Als je blind of slechtziend bent, heb je soms hulpmiddelen nodig om zelfstandig te kunnen leven, leren of werken. Denk aan een schermlezer, brailleleesregel, loep, sprekende oven of aangepaste software. Maar waar kun je die hulpmiddelen eigenlijk aanvragen? En krijg je altijd alles wat je nodig hebt, of zijn er ook grenzen?
Waar vraag je hulpmiddelen voor een visuele beperking aan?
Het hangt af van waarvoor je het hulpmiddel nodig hebt. Wil je iets voor thuis, voor je studie of voor je werk? Elke situatie heeft een eigen regeling.
Als je hulpmiddelen nodig hebt om zelfstandig te kunnen wonen of leven, dan kun je terecht bij je gemeente. Dit valt onder de WMO (Wet maatschappelijke ondersteuning). Gaat het om hulpmiddelen voor je opleiding? Dan kun je aankloppen bij DUO of het UWV, afhankelijk van je situatie. En voor werkhulpmiddelen is meestal het UWV verantwoordelijk.
Er zijn ook hulpmiddelen die vergoed worden via de zorgverzekering, zoals een voorleesapparaat of een brailleleesregel voor privégebruik. Dan heb je vaak een verwijzing nodig van een oogarts of van een gespecialiseerde organisatie, zoals Visio of Bartiméus.
Krijg je altijd wat je nodig hebt?
Nee, je krijgt niet automatisch alles wat je aanvraagt. Elke instantie kijkt of het hulpmiddel “noodzakelijk en passend” is. Dat betekent dat het moet aansluiten bij jouw situatie en dat er geen goedkopere oplossing is die ook werkt. Soms wordt er gekeken naar wat ‘gebruikelijk’ is, of naar de regels van de regeling. Dat kan frustrerend zijn als jij juist weet wat voor jou het beste werkt.
Bijvoorbeeld: je vraagt een brailleleesregel aan met 80 cellen, maar de verzekeraar vindt 40 cellen voldoende. Of je wil een specifiek softwarepakket, maar er wordt een eenvoudiger alternatief aangeboden. Vaak moet je dan motiveren waarom jij dat andere hulpmiddel écht nodig hebt. Het helpt als je ondersteuning krijgt van een professional die jouw situatie kent.
Ook belangrijk om te weten: sommige hulpmiddelen mag je niet zomaar vervangen als ze versleten of verouderd zijn. Vaak geldt er een vaste vervangingsperiode, bijvoorbeeld van vijf jaar. Dat betekent dat je in principe pas na die periode een nieuwe mag aanvragen, tenzij je hulpmiddel eerder stuk is gegaan of echt niet meer voldoet. In zo’n geval moet je aantonen dat vervanging nodig is. Het loont dus om je hulpmiddel goed te onderhouden en eventuele problemen tijdig te melden.
Wie bepaalt wat je wel of niet krijgt?
Dat hangt af van wie verantwoordelijk is voor de vergoeding. Bij de gemeente is dat een Wmo-consulent. Bij het UWV is het een arbeidsdeskundige of een werkvoorzieningenadviseur. Bij de zorgverzekering is het vaak een medisch adviseur.
Zij nemen beslissingen op basis van regels, maar ook op basis van wat zij denken dat bij jouw situatie past. Je hebt recht op inspraak, maar soms voelt het alsof er voor jou wordt beslist. Als je het niet eens bent met de uitkomst, kun je bezwaar maken of hulp inschakelen van een cliëntondersteuner of belangenorganisatie.
Moet je meebetalen of hangt het af van je inkomen?
Ja, soms wel. Niet alle hulpmiddelen zijn volledig gratis. Dit verschilt per regeling:
Als je een hulpmiddel krijgt via de Wmo, betaal je meestal een eigen bijdrage. Dit is een vast maandbedrag, ongeacht welk hulpmiddel je krijgt. De hoogte van die bijdrage is niet afhankelijk van je inkomen, maar wel van je leeftijd en of je samenwoont.
Als je hulpmiddelen krijgt via het UWV voor werk of opleiding, hoef je geen eigen bijdrage te betalen. Het UWV vergoedt het volledige bedrag, als zij het hulpmiddel noodzakelijk vinden.
Voor hulpmiddelen die vergoed worden via de zorgverzekering geldt vaak het wettelijk eigen risico. Dat is het bedrag dat je zelf moet betalen voordat de verzekering iets vergoedt. Heb je dat eigen risicoal gebruikt voor iets anders? Dan kost het je niets extra’s. Voor sommige hulpmiddelen geldt een volledige vergoeding zonder bijbetaling, maar dat verschilt per zorgverzekeraar.
Sommige hulpmiddelen, zoals apps of kleine gadgets, vallen niet onder een regeling. Dan moet je die zelf betalen, tenzij je ze kunt declareren via een persoonsgebonden budget (pgb) of je werkgever.
Wat kun je zelf doen?
Bereid je aanvraag goed voor. Verzamel informatie over het hulpmiddel dat je nodig hebt en waarom. Laat zien hoe het jou helpt om zelfstandig te leven en mee te doen in de maatschappij. Vraag advies aan organisaties die ervaring hebben met hulpmiddelen, zoals Visio, Bartiméus of lokale cliëntondersteuners. En weet dat je niet alles zelf hoeft uit te zoeken.
Heb je een hulpmiddel nodig, maar weet je niet waar je moet beginnen? Laat je niet tegenhouden. Er zijn altijd mensen die met je willen meedenken. Ook bij Blindfluencers delen we graag ervaringen en tips. Want jouw zelfstandigheid is het waard om voor te strijden.