Een taststok of geleidestok gebruiken is niet iets wat je van de ene op de andere dag leert. Het vraagt tijd, oefening en vooral vertrouwen. Maar als je eenmaal de slag te pakken hebt, opent het een wereld van zelfstandigheid. De herkenningsstok is bedoeld om te laten zien dat je een visuele beperking hebt. Maar als je echt informatie uit de omgeving wilt halen, kies je een taststok of geleidestok. Die zijn langer, steviger en speciaal gemaakt om obstakels, hoogteverschillen en richtingen aan te voelen. Je hebt ook opvouwbare stokken en modellen met een roller- of puntdop. Je ergotherapeut of mobiliteitstrainer kan je helpen met de juiste keuze. Het gaat erom dat de stok bij jouw manier van bewegen past.
Hoe gebruik ik een taststok?
De basis is simpel: je houdt de stok lichtjes schuin voor je lichaam en beweegt hem van links naar rechts, iets breder dan je schouders. Zo voel je of er iets op je pad ligt. Je leert de stok zo te bewegen dat je voeten altijd beschermd zijn. Je ontdekt verschillen in de ondergrond, voelt stoepranden, traptreden en drempels. Ook kun je met de stok checken waar een muur, een hek of een open ruimte begint. In het begin voelt dat misschien onwennig. Maar na verloop van tijd ga je merken hoeveel informatie je uit de stok haalt. Het wordt een verlengstuk van je lijf.
Hoe leer ik ermee lopen?
Als je net begint is het slim om te oefenen met een mobiliteitstrainer. Die leert je stoklopen, de juiste houding en manier van bewegen. Je begint vaak binnenshuis of op een rustige plek buiten. Je leert hoe je de stok vasthoudt, hoe je hem beweegt en hoe je tegelijk je evenwicht bewaart. Je leert ook hoe je moet stoppen, draaien en obstakels herkent. Als je eenmaal de basis onder de knie hebt, bouw je langzaam op. Je zelfvertrouwen groeit met elke stap.
Hoe leer ik lopen in de openbare ruimte?
Buiten lopen met een taststok is een heel andere ervaring. Er zijn geluiden, mensen, verkeer en onverwachte obstakels. Daarom is het goed om dit samen met een mobiliteitstrainer te doen. Je leert omgaan met drukte, oversteken bij een zebrapad, stoepen op- en afgaan en signalen herkennen met je gehoor. Je ontdekt hoe belangrijk het is om goed te luisteren en waar je houvast aan hebt, zoals muren, hekjes of markeringen op de grond. Je leert ook situaties inschatten waarin je beter even kunt wachten of hulp kunt vragen.
Hoe leer ik routes lopen?
Zodra je de basis onder de knie hebt, kun je beginnen met het leren van routes. Denk aan de weg naar de supermarkt, het station of een vriend in de buurt. Je leert die routes stap voor stap, met herkenningspunten onderweg. Je trainer helpt je om logische volgordes te onthouden: eerst de stoep op, dan na drie opritten rechtsaf, daarna bij het geluid van de verkeerslichten oversteken. Je leert ook wat je kunt doen als je even niet meer weet waar je bent, en hoe je jezelf kunt heroriënteren. Sommige mensen nemen hun route op met een spraakrecorder of gebruiken navigatie-apps, maar het belangrijkste is dat je het in je hoofd gaat voelen. Dan loop je niet alleen een route, je bént de route.
