Als iemand blind of slechtziend is, kunnen dagelijkse bezigheden meer energie kosten dan voor een goedziende. Elise, die slechtziend is, merkt dat ook. Een uitgebalanceerde dagplanning en het inzetten van andere zintuigen helpen haar om taken minder energie-intensief te maken. Ook haar nachtrust beïnvloedt hoeveel energie ze de volgende dag heeft.
Non-visueel werken
Veel slechtzienden gebruiken zo lang en zo veel mogelijk hun restvisus. Dat kan veel energie kosten. Daarom is het zinvol om andere zintuigen in te zetten. Elise doet dat nog niet altijd automatisch, omdat haar visus stabiel is. Voorbeelden van het inzetten van andere zintuigen: een e-mail laten voorlezen op de computer of smartphone; tijdens het koken niet kijken maar voelen wat je aan het snijden bent; op de markt luisteren naar het geroep van marktkooplieden en de geuren van de bloemenstal opsnuiven; tijdens het koken voorzichtig proeven of ruiken welk potje kruiden je in je handen hebt.
Wat kost energie en wat geeft energie?
Voor Elise is het belangrijk om vooraf een inschatting te maken van haar dagindeling en welke onderdelen energie kosten of opleveren. In het verleden had ze regelmatig activiteiten in de avond, zoals vergaderingen of spelletjes. Die waren zinvol maar ook vermoeiend. Na afloop vond ze het lastig om haar hoofd leeg te maken, waardoor ze later naar bed ging en de volgende dag uitsliep. Feestjes of recepties kunnen eveneens vermoeiend zijn: het is druk en lawaaiig en overzicht ontbreekt. Een drankje halen of van een dienblad pakken, een hapje aannemen — het kan ongemakkelijk zijn. Het kost ook veel energie om mensen aan hun stem te herkennen als ze haar aanspreken. Voor Elise helpt het om te weten wat voor kleding iemand draagt: degene met de roze, gebloemde blouse is Ria. Met het risico dat iemand anders langskomt met een vergelijkbare blouse — dus níet Ria. Vaak spreken mensen haar bij haar naam aan en verwachten ze dat ze meteen weet wie zij zijn.
Rustmomentje
Als Elise voelt dat ze weinig energie over heeft, plant ze een halfuur tot een uur rust op de bank. Ogen dicht, fleecedekentje over haar heen en een podcast in haar oren. Ze gaat niet slapen, omdat dat invloed heeft op haar nachtrust, maar pakt wél even rust. Daarna heeft ze meestal voldoende energie voor de komende uren.
Een nacht goed geslapen geeft energie voor de volgende dag
Het is een cliché, maar niet voor niets: na een goede nacht heeft Elise voldoende energie voor de volgende dag. Wat voor haar goed werkt, is de avond rustig afsluiten. Ze legt alvast spullen klaar voor de volgende dag, ruimt wat op en gaat zoetjesaan richting badkamer en slaapkamer. Dat doet ze bij zo weinig mogelijk licht, zodat haar lichaam het signaal krijgt dat het bijna bedtijd is. Voor anderen kan het een positief effect hebben om na een bepaald tijdstip geen koffie of thee meer te drinken, of minder te drinken, ter voorkoming van een nachtelijk toiletbezoek.
Blijven leren en bijsturen
Deze aspecten helpen Elise om haar energie beter te doseren over de dag. Wat wel of niet werkt, verschilt per persoon. Ook conditie of een verkoudheid die de kop opsteekt, kan de energie beïnvloeden. Het blijft een leerproces. Na een drukke dag — met computerwerk, een vergadering, reizen met het openbaar vervoer, sporten en koken — kan ze tot de ontdekking komen dat het te veel van het goede was. Dan is het belangrijk om naar alternatieven te kijkenHerken jij dit? Deel je ervaringen in onze community.